De omleidingsweg: een geklungel van jewelste

03 Juli 2016

Dat ruimtelijkeordening

de in België geen schoonheidsprijs verdient, weten we al langer. De lintbebouwing in dit land mag onderhand geklasseerd worden als werelderfgoed. Het is een historische blunder. Deze natte tijden maken het ook duidelijk dat bouwen in overstromingsgebieden misschien niet altijd de beste optie was. En dat het betonneren van open ruimten niet helpt om wateroverlast in te dijken.

Dergelijke fouten uit het verleden wis je niet snel uit, maar je kan er wel uit leren. Er waren altijd genoeg specialisten en instanties die de overheden hebben gewaarschuwd voor de gevolgen. Toch verkozen politici vaak de adviezen te negeren. Ruimtelijke ordening werd en wordt nog te vaak gezien als pasmunt.

In regeringsakkoorden en in de langetermijnvisie van de Vlaamse overheid is behoud van open ruimte altijd een prioriteit geweest, net zoals het natuurbehoud. Dat de Vlaamse overheid zelf en de lokale overheden zich daar meestal weinig van aantrekken kan worden afgeleid uit de staat van (zogezegd) beschermde natuur en de verdere betonnering van Vlaanderen. De wet blijkt meestal vrij flexibel hanteerbaar al naargelang de politieke behoeften. Ons kent ons.

Het resultaat is echter ook dat hierdoor bepaalde projecten worden geblokkeerd en niet tot uitvoering kunnen komen. De omleidingsweg in Neerpelt is daar een treffend voorbeeld van. Het tracé door natuurgebied de Holen (ook wel het gewestplantracé of noordelijk tracé genoemd) werd opgenomen in het gewestplan van 1978. De Vlaamse overheid besliste in 1989 het gebied te beschermen als natuurgebied in het kader van de Europese wetgeving, die de Belgische staat mee heeft goedgekeurd. Het gevolg was en is dat de omleidingsweg in principe het gewestplantracé niet meer kan volgen. Tenminste als we er vanuit mogen gaan dat overheden hun eigen wetgeving toepassen.

Het schepencollege zal deze argumentering van tafel vegen door te stellen dat er geen alternatief is voor het gewestplantracé. We raden het college aan om het MER-plan toch nog eens aandachtig te lezen. In 1996, 2004 en 2008 wordt in twee MER (= milieueffectenrapportage)-plannen en een natuurtoets door de Vlaamse gemeenschap (2004) duidelijk gesteld dat het gewestplantracé in strijd is met de Vlaamse wetgeving omdat er nu éénmaal wel alternatieven zijn voor het tracé door de Holen. In de tussentijd werd het gebied de Holen door het Vlaamse gewest ook nog opgenomen in het Vlaams Ecologisch Netwerk. Dat duidt de meest waardevolle topnatuur in Vlaanderen aan.

En toch houden de beleidsmensen in de gemeente vast aan het gewestplantracé. Via nog eens een onderzoek (een MKBA/maatschappelijke kosten-batenanalyse van 2014) wordt het gewestplantracé toch aangeduid als beste optie dankzij enkele spitsvondigheden: zo zou het klaarmaken van een gebied (met inbegrip het kappen van een klein bos) voor één vogelsoort tot gevolg hebben dat het tracé door de Holen geen schade zou berokkenen aan dit gebied. Integendeel, deze optie zou een zegen zijn voor de natuur. En dit niettegenstaande het MER plan uit 2008 heel duidelijk stelde dat er altijd schade is als je een weg doorheen dit beschermd natuurgebied trekt. Wij zijn geen biologen, maar dit lijkt toch de evidentie zelve.

De Vlaamse overheid faalt hier net als in andere mobiliteitsdossiers omdat ze haar eigen wetgeving niet als basis neemt voor beleidsbeslissingen. Als je beslist om een gebied te beschermen en op te waarderen als natuurgebied zoals opgenomen in de wet, moet je consequent zijn. Reeds in de jaren negentig had men het gewestplan moeten aanpassen conform de nieuwe beschermingsmaatregelen. Als gevolg had men een ander tracé kunnen inbedden.

Dit had voor juridische zekerheid gezorgd voor de bewoners en eigenaars. Dan waren er geen burgers geweest die hadden gebouwd op een plaats waar nu mogelijk toch een omleidingsweg nodig is. (Als je er tenminste van uitgaat dat de omleidingsweg de zaligmakende oplossing is voor het drukke verkeer in het centrum.)

Bovenop de bescherming van de Holen als natuurgebied komt er nu misschien een extra bescherming door Vlaanderen als cultuurhistorisch erfgoed. O.a. omwille van de uitzonderlijke historische, culturele, esthetische en wetenschappelijke waarde van het gebied lijkt deze bescherming een formaliteit. Dit zal dan wel het einde betekenen voor het gewestplantracé, al weet je nooit welke hocus pocus er nog mogelijk is in dit dossier.

De keuze voor een ander tracé voor de omleidingsweg wordt door het jarenlang getalm niet eenvoudig. Mensen hebben gebouwd langs de Hamonterweg en op andere plaatsen waar eventueel andere tracés in de buurt komen. We kunnen ons goed voorstellen dat zij er vanuit gingen dat een eventuele omleidingsweg ergens ver weg zou worden aangelegd, zoals beloofd door de meeste lokale politieke partijen.

Je kan de schuld geven aan de "gruun", aan de huidige eigenaar die het gebied extra wil laten beschermen of anderen, maar de waarheid is dat het geklungel van de verschillende overheden hebben geleid tot de impasse en onzekerheid in dit dossier.